Coöperaties in Limburg willen snel windmolens bouwen

De Limburger – 22 oktober 2015 – door Paul Bots
De bouw van windmolens neemt door allerlei procedures zoveel tijd in beslag, dat Limburg de deadline van 2020 niet haalt. Onnodig, denken Midden-Limburgse coöperaties.

Windmolen in twee jaar gebouwd
Wie windmolens wil bouwen, moet rekening houden met een doorlooptijd van acht tot negen jaar, stelde gedeputeerde Daan Prevoo eerder deze maand in deze krant. Onzin, denken enkele Limburgse coöperaties die binnen een paar jaar tijd samen tien tot vijftien nieuwe molens willen plaatsen. Als je de omwonenenden voor je weet te winnen, kun je binnen twee jaar een molen laten draaien. Natuurlijk komt er veel kijken bij de bouw van een windmolen, stelt Har Geenen. Als initiatiefnemer voor het windmolenpark in Neer heeft hij zijn lesje wel geleerd. Achteraf gezien hadden wij de bewoners er veel eerder bij moeten betrekken. Meteen harde afspraken met grondeigenaren moeten maken, maar ook omwonenden moeten wijzen op de kansen die er liggen.”

Samen met omwonenden optrekken

Die onervarenheid van toen leidde er toe dat de bouw van de eerste vier molens in Neer inderdaad bijna tien jaar op zich liet wachten. Het kan veel korter, is nu Geenens overtuiging. De bouw van de vijfde molen in Neer was in ongeveer twee jaar gerealiseerd. „Omdat er geen enkel bezwaar van omwonenden binnenkwam.” Protesten uit de buurt leiden tot ellenlange procedures. Zolang die niet zijn afgerond, is starten met de bouw niet mogelijk. De risico’s zijn te groot. Het gaat immers om forse investeringen. In de periode voordat buren kunnen procederen, zijn er ook al flinke kosten gemaakt en is er veel werk verzet. Doodzonde als de omgeving dan in verzet komt, denken vier Midden- Limburgse coöperaties die deze maand een nieuw samenwerkingsverband oprichten. Onder de naam Rescoop Limburg willen ze samen met omwonenden windparken ontwikkelen.

Geld blijft in de regio
Gedeputeerde Prevoo sprak in deze krant daarom lovend over dit soort coöperaties. Samenwerkingsverbanden waarin de omwonenden meedenken, meebetalen maar ook mee bepalen over de komst van windmolens. En ze kunnen er van meeprofiteren. Het rendement lag in de voorbije jaren rond de vijf procent. Aantrekkelijk in een tijd dat de bank nog amper een procent rente geeft op spaargeld. Het geld blijft in
de regio. De lokale bewoners en de economie profiteren mee. De komst van de vijfde molen in Neer leidde ertoe dat coöperatiegeld werd ingezet om glasvezel aan te leggen richting enkele huizen in het buitengebied. De coöperatie creëert zo goodwill. In plaats van dat het geld verdwijnt in de zakken van een onbekende grote investeerder, komt het in de regio terecht. Het creëert ook een situatie waarbij tegenstanders in discussie moeten met hun buren die wél voordelen zien.

Om te beginnen 10 nieuwe windmolens
Als die discussie met de buurt op tijd wordt gevoerd, zijn mensen al enthousiast op het moment dat je de vergunning aanvraagt, denkt ook Albert Jansen, secretaris van Zuidenwind. Rescoop Limburg trekt om die reden de komende maand ook de regio in om gemeenteraden en bewoners enthousiast te krijgen voor het plan: tien tot vijftien nieuwe windmolens in de lijn Neer-Nederweert-Weert en van daaruit richting Peel en Noord-Limburg. Dat verklaart ook meteen het enthousiasme van Prevoo over de coöperatieve aanpak. Als het plan slaagt, en er geen tijdrovende procedures met buurbewoners worden gevoerd, heeft de gedeputeerde alsnog een kans(je) om zijn opgelegde doelstelling te halen: 35 nieuwe windmolens in Limburg in het jaar 2020.

Lees hier het krantenartikel in De Limburger van 22 oktober 2015.

1 gedachte over “Coöperaties in Limburg willen snel windmolens bouwen”

Reacties zijn gesloten.